Dit is mijn trainer, sensei Fred Royers. Een man die vechtsport ademt uit al
zijn poriën en zijn hele volwassen leven aan de sport gewijd heeft. Ik wil
met name vertellen over mijn relatie met hem, maar ik vind dat ik eerst wat
hoor te vertellen over zijn indrukwekkende vechtsportcarrière. Het valt niet
mee om daar een samenvatting van te maken die recht doet aan zijn
prestaties. Voor een betere en completere beschrijving verwijs ik je dan ook
graag naar:
http://www.kickboxingarnhem.nl/KBAFred.htm ln zijn puberjaren komt Fred per toeval in aanraking met karate in de Arnhemse sportschool Krejtz. Deze sport heeft hem al gauw in haar ban en hij besluit zich dan ook, ten kostte van zijn korfbaltrainingen (?!), volledig toe te leggen op deze nieuwe uitdaging. Dit betekent het begin van een langdurige en indrukwekkende karateloopbaan, met als hoogtepunt het behalen van het Wereldkampioenschap in 1977. Het is rond deze tijd (eind jaren 70) dat er een geheel nieuw fenomeen in Europa geïntroduceerd wordt: het thai- en kickboksen. Fred bezoekt de allereerst kickboksgala’s ooit gehouden in Nederland en is gelijk geboeid door deze meedogenloos harde, maar ook erg pure en mooie tak van vechtsport. Vechtsporter als hij is zag hij hier een nieuwe uitdaging. Ook zag hij dat hij als karateka nog wel het een en ander te kort kwam voordat hij mee kon doen met deze nieuwe vechtstijl. Hij besloot daarom zijn bokskwaliteiten eerst maar eens goed op te vijzelen. Hij voegde zich bij de Nijmeegse boksclub NABA en later bij het Arnhemse Muscular. Hij vecht heel succesvol ruim 21 bokspartijen en stopt als gelouterd A-klasser. |
|
|
![]() |
Vervolgens was het tijd voor de grote stap, op zoek naar een sportschool dus. Hij sluit zich aan bij het Amsterdamse Mejiro Gym onder leiding van sensei Jan Plas. Deze Jan Plas is één van de pioniers die de thaibokssport destijds ‘mee heeft genomen’ naar Nederland. Hij is één van de grondleggers van de stijl van vechten die zo kenmerkend is voor het Nederlandse thaiboksen. Een harde leerweg volgt, maar door volharding, leergierigheid en doorzettingsvermogen weet Fred zich een gerespecteerde plaats te verwerven tussen de allereerste lichting kampioenen die Nederland ooit heeft voortgebracht in deze sport. |
|
Mede door zijn brede basis kan Fred zich goed aanpassen aan verschillende systemen. Zo verslaat hij in deze periode diverse Franse kampioenen in Parijs in hun geheel eigen ‘kickboksspelletje’, het Boxe Francaise-Savate, en draait hij op het hoogste niveau mee met diverse full-contact partijen. Om de beste te worden reist hij de hele wereld over om overal met de beste te trainen. Uiteindelijk wordt al deze inzet in 1985 beloond met de kroon op zijn carrière: in de Amsterdamse Jaap-Edenhal behaalt hij, als derde Nederlander ooit, de WKA wereldtitel middengewicht –72,5 kg. Dan echter krijgt Fred een vervelende blessure: in een tijdsbestek van 7 maanden breekt hij zijn arm tweemaal op exact dezelfde plaats waardoor de geplande titelverdediging niet door kan gaan. Hij is inmiddels 32 en in overleg met zijn arts besluit hij geen risico’s meer te nemen. Daarmee eindigt de actieve carrière van “Le Gladiateur”. Maar voor Fred betekent dit natuurlijk niet dat hij bij de pakken neer gaat zitten…. |
![]() |
|
![]() |
Doordat hij nu zelf geen wedstrijden meer vocht kon hij veel meer tijd besteden aan het trainen van zijn pupillen, iets wat hij gedurende zijn actieve periode er altijd ‘bij’ heeft gedaan vanuit de dojo van sportschool Krejtz. Daarnaast kwamen er meer mogelijkheden om één van zijn andere talenten verder te ontwikkelen: het schrijven van artikelen voor diverse vechtsportbladen. Ook werd hij steeds vaker gevraagd (live) verslag te doen van diverse vechtsportgala’s in den lande. Zijn uitgebreide kennis van zaken en zijn warme stem maakten al gauw dat Veronica hem in dienst nam als verslaggever van diverse vechtsportevenementen. Vanaf 1990 volgt Eurosport en tot op heden is Fred daar nog steeds de man die alles op vechtsportgebied (maar ook bijvoorbeeld Snowboarding) voorziet van kundige toelichting. Daarnaast heeft Fred ook nog diverse andere producties gedaan zoals bijvoorbeeld het zeer bekende “Mylene knokt door!” waarmee de populariteit van de K1 in Nederland een feit werd. |
|
Zijn schrijverskwaliteiten worden daarnaast ook nog steeds volledig ingezet. Zo is Fred al jaren redacteur van Hart Studio, de uitgever van vechtsportbladen als Ringsports, Taiko, Budosports, Judovisie en Muay Thai Magazine. Zoals gezegd, het is haast te veel om op te noemen. Deze man ademt vechtsport en ik vind het grandioos knap hoe hij van zijn passie voor de sport zijn leven heeft weten te maken. Ik heb vreselijk veel respect voor iemand die op dergelijke wijze zijn hart durft te volgen en daarvoor letterlijk de hele wereld over reist. |
![]() |
|
![]()
|
Kennismaking met de SenseiIndirect ben ik altijd een leerling van Fred geweest. Mijn allereerste leraar bij sportschool Re-action was namelijk Rob Floris, zelf een oud-leerling van Sensei Royers. Ik herinner mij Rob met name als een erg innemende, aardige en vooral drukke sportman die in zijn reguliere lessen altijd opvallend veel vrouwelijk animo had. Aangezien Rob na verloop van tijd op een andere sportschool ging werken moest er vervanging gezocht worden voor zijn kickbokslessen. Als haast vanzelfsprekend nam één van de vaste leden, en tevens de grootste van de groep, Henk Lamers dit uur over. Rob Floris |
![]()
Henk Lamers |
![]() |
Ook Henk was uiteraard een pupil van Fred en destijds ook zelf nog actief als wedstrijdvechter. Henk was het type “van dik hout zaagt men planken”, en ondanks dat hij zeer gedreven was in zijn sport vond hij altijd dat er ook ruimte moest zijn voor gezelligheid en ontspanning in het leven. Henk zag mij op den duur de groep in Duiven ontgroeien en hij probeerde mij ervan te overtuigen dat het goed voor mij zou zijn om te gaan trainen in Arnhem bij zijn eigen trainer, Fred Royers. Ik heb daar erg lang over nagedacht, en besloot uiteindelijk de gok maar eens te wagen. Ik drukte Henk op het hart dat ik niet in de wedstrijdploeg, maar bij de gevorderdenles wou beginnen. Henk echter besloot mij gewoon te laten komen op het tijdstip van de wedstrijdploeg, en dat zal ik nooit vergeten. |
|
Veel te vroeg, en in de veronderstelling dat ik mee ging doen met de gevorderdenles kwam ik aan in de dojo. Ik kleedde me om en ging zitten op het bankje in de zaal. Ik zat naast Kees Kunst (destijds wedstrijdvechter C-klasse), en hij bekeek mijn nerveuze houding eens even rustig. Met een cynische vorm van plezier in zijn ogen vroeg hij mij of ik wel eens eerder had gekickbokst en of ik wel wist dat dit het uur van de wedstrijdploeg was die zo ging beginnen! Het voelde alsof er een steen op mijn hart kwam te liggen, zo bang werd ik. Diep van binnen vervloekte ik Henk, hopende dat hij hiervoor gestraft zou worden. Toch had ik genoeg zelfvertrouwen en was mijn ego groot genoeg om mij ervan te weerhouden stilletjes weg te sluipen. Ik was zelfs naïef genoeg om te denken dat het allemaal heus wel zou meevallen aangezien ik toch al heel aardig kon kickboksen volgens Henk… We gingen warmboksen en iedereen zocht een partner. Ik bleef alleen over en enigszins verveeld trok Fred dan maar zijn handschoenen aan om met dat groentje te stoeien. Doordat ik enorm gespannen was en ineens tegenover DE Fred Royers stond begon ik veel te lomp en hard te stoten. Ik raakte Fred een aantal keren goed en ik weet nog dat er even allerlei stoute gedachten door mijn hoofd gingen zoals: “Is dit nou dé Fred Royers?, dit gaat beter dan ik dacht! Ben ik dan toch echt zo goed?” Toen besloot Fred dat het welletjes was en dat deze wijsneus even op zijn plek moest worden gewezen. Een halve minuut later lag ik met het snot voor de ogen in een hoek van de zaal. Happend naar lucht vroeg ik me af wat er nou precies gebeurt was. |
![]() |
|
|
Deze kennismaking zegt iets over mijn onwetendheid en onkunde maar ook over de Sensei. Want ondanks dat Fred destijds een jaar of 44 was stond hij nog altijd gewoon mee te trainen met de wedstrijdploeg. En dan bedoel ik niet gewoon een beetje meedoen, hij kon alle wedstrijdvechters in die groep nog altijd een vreselijk vervelend rondje sparren bezorgen! Als je daarbij in je achterhoofd de vele blessures die hij heeft gehad in ogenschouw neemt, besef je pas echt over hoeveel wilskracht en doorzettingsvermogen deze man beschikt. Hij heeft al ontzettend veel botten gebroken, maar dat heeft hem er nooit van weerhouden sterker terug te komen na een blessure. Hij vertelde mij ooit dat hij als klein kind eens zo ziek is geweest dat hij voor de dood is weggehaald en heeft moeten vechten voor zijn leven. “Misschien heeft hij die vechtersmentaliteit daar wel aan overgehouden”, dacht ik toen. |
|
De samenwerkingNog vele malen heb ik, snakkend naar adem, de mat van de dojo in Arnhem van dichtbij mogen bewonderen. Mijn basishouding zat vol met fouten en de ervaren en geslepen wedstrijdvechters van Fred wisten daar wel raad mee. Keer op keer werd ik gestraft op mijn lichaam. Maar ik bleef terug komen en ik denk dat ik zodoende toch een beetje de aandacht van de Sensei te pakken heb gekregen. Ik vond namelijk dat ik al vrij vlot persoonlijke aandacht van hem kreeg (medelijden?), en dat voelde als een ongelooflijk grote eer. Ik keek vreselijk tegen hem op en al zijn woorden waren voor mij als de onvoorwaardelijke waarheid. Al gauw kwam ik erachter dat de Sensei altijd gelijk heeft, en ik heb me dan ook al snel voorgenomen écht te luisteren en te geloven in zijn adviezen. Ik zeg nadrukkelijk écht geloven want er is een groot verschil in zeggen dat je ergens in geloofd, en ergens daadwerkelijk en écht in geloven.
|
|
|
|
Fred stuurde, Fred coachte, Fred begeleidde en Fred zorgde dat mijn inzet op een efficiënte manier tot zijn recht kwam. Ik leverde energie, en hij leidde deze in goede banen. Mijn honger naar meer kwam na elke partij terug en het is net of Fred dat keer op keer al had voorzien en het volgende deel van de route al lang had uitgestippeld. Daarbij heeft hij mij geen enkele keer een kant uit gestuurd waar ik niet ‘aan toe’ was. Elke keer hebben we samen en in overleg de koers bepaald. En pas als ik mentaal en fysiek klaar was gingen we weer een stap verder. Ik kan haast niet in woorden uitleggen hoe enorm vanzelfsprekend en vertrouwd dit voor mij voelt. Fred weet gewoon exact wat ik kan en wat ik niet kan. Zo zijn we reeds meerdere keren benaderd om een partij aan te nemen waarvan ikzelf dacht dat het ‘way out of my league” was. De natuurlijke blinde arrogantie die veel van mijn concullega’s hebben is mij nou eenmaal niet eigen. Meestal denk ik dan dat ik die partij nooit kan winnen omdat ik daar nog lang niet goed genoeg voor ben. Dan vraag ik aan Fred wat hij er van denkt en als hij me verteld ik het volgens hem aan moet kunnen dan is de keus daarmee gemaakt. Ik durf hem blind te volgen door “ja” te zeggen tegen zo’n partij, terwijl mijn hart het er eigenlijk nog niet mee eens is. Dat is vertrouwen, en daar heb ik in Fred’s geval nog nooit spijt van gehad. Zo won ik slechts zelden een partij op fysieke overmacht. Meestal was de overwinning te danken aan iets veel simpeler, namelijk het blind volgen van het technisch en tactisch advies van Fred. |
|
Inmiddels houdt Fred nu ruim zes jaar
de pads op voor mij, en dat verveeld nog steeds geen dag. Ik voel dat hij
nog altijd aan het slijpen en aan het corrigeren is. Zodra er bij mij een
gevoel van verzadiging ontstaat heeft hij dit al voorzien en voegt hij een
nieuwe techniek toe die ik absoluut niet beheers. Zo blijf ik nieuwe
prikkels krijgen en voorkomt hij dat ik in een routinematige sleur beland.
Tevens wordt ik zo alsmaar completer als vechter en dat geeft steeds weer
nieuwe mogelijkheden (lees: tegenstanders).
Fred is voor mij geen onbereikbaar icoon op een hoog voetstuk meer. Daarentegen ben ik hem door de jaren heen juist meer en meer gaan waarderen als mens en als trainer. Ik heb inmiddels op aardig wat plaatsen meegetraind, maar ik ben op kickboksgebied nog geen betere trainer tegengekomen. De lessen van Fred zijn hard, maar dat is noodzakelijk omdat hij wil winnen. Met een zachtaardige behandeling ben je niet geholpen, want in de ring kom je daar niets verder mee. Het is soms erg vervelend als één van zijn donderspeeches weer eens door de dojo galmt. Maar ze zijn terecht en ze geven de bezieling en de inzet aan waarmee hij te werk gaat. Bijvoorbeeld: “Als je hier traint, dat doe je dat op mijn manier! Ik sta dag en nacht voor je klaar, en dan verwacht ik hier ook volledige inzet van je, is dat zo veel gevraagd? Kun je daar niet in mee, dan is daar de deur! Het is my way, or the high way!” Hij vraagt van zijn leerlingen dezelfde bezieling en inzet waarmee hij te werk gaat, en dat begrijp ik volkomen. Er is in zijn ogen nou eenmaal niets erger dan talent wat verspild wordt door te weinig inzet. Om te willen winnen, moet je bereid zijn de prijs te betalen. Want: “If you can’t stand the heat, don’t go near the fire.” Een strenge en compromisloze trainer dus. Het grappige is dat dit in groot contrast staat met zijn zachte en innemende karakter. Fred is van natuur een vreselijk kalm en evenwichtig persoon die schuw is van agressie en een meningsverschil niet anders dan met een beschaafde discussie wenst op te lossen. Zijn rustige karakter sluit erg aan bij mijn persoon en dat is denk ik dan ook één van de grootste redenen dat ik me zo prettig voel in de samenwerking met hem. |
|
|
|
||
"If you can't stand the heat, don't go near the fire!" |
Er is niets wat ik heb bereikt in deze sport, alles hebben we samen gedaan. Het is niet Ray Staring, maar het is Staring/Royers, de twee-eenheid die een geduchte tegenstander is. |
|