Partij 44: A-klasse                                          Yutaro Yamauchi

Tokyo, 29 juli 2007                                                      Onbeslist

 

Bijna zomerstop. Bijna welverdiende rust. Even de spanning van de boog. Heerlijk. Na een moeilijk seizoen waarin ik achteraf gezien weer te koppig ben geweest (overtraind, overbelast en toch maar wedstrijden willen maken) was ik helemaal klaar om rustig mijn krachttraining uit te gaan werken zonder wedstrijddruk op de achtergrond.

Dus Rebecca en ik boekten een mooie vakantie op Mauritius. En nog veel belangrijker: we besloten hier samen te gaan trouwen. Een prachtig vooruitzicht. Een paar weken voor ons vertrek naar Mauritius belde Fred: “Heb je eind juli iets te doen?”

“Hmmm, tsja ik ga begin juli eerst naar Mauritius om daar te trouwen weet je nog? En verder ga ik dan gewoon weer aan het werk…”

“Wat zou je ervan denken om op 29 juli in Tokyo te vechten?”

Ik viel stil maar de keuze was al gemaakt voordat hij zijn zin kon afmaken. Grapjas, hij weet heus wel dat ik hier nooit nee tegen zou zeggen.

 

Even later zat ik me te bedenken dat de voorbereiding wel even wat anders zou worden dan gebruikelijk; op een bounty eiland van de zon genieten is toch wat anders dan afzien in een snikhete dojo…

Bovendien zou Fred op vakantie zijn als ik terug kwam in Nederland. En de trainingen met de wedstrijdploeg lagen ook stil. Een voorbereiding zonder Fred en zonder de reguliere trainingen met de wedstrijdgroep dus. Normaal gesproken zou ik in de stress schieten, maar dit keer niet. Ik had al maanden veel te veel van mezelf geëist en ik zag dit als een mooie kans om een goed uitgebalanceerd trainingsplan te maken op basis van eigen gevoel en behoefte.   

 

Dus ik vertrok met een goed gevoel naar Mauritius, en ik heb samen met Rebecca genoten van een prachtige tijd. Ik had me vooraf niet gerealiseerd hoe mooi ik het zou ervaren om op deze manier de liefde voor elkaar een extra zegel te geven. Ook al lijkt het soms anders; dat is uiteindelijk toch echt belangrijker dan een goede partij knokken.

Op Mauritius een beetje hardgelopen en wat aan krachttraining gedaan, maar niks teveel en puur op gevoel. Mezelf niet gedwongen tot afzien, maar geaccepteerd dat mijn lichaam geen machine is af en toe ook wat hersteltijd nodig heeft.

Na terugkomst had ik nog dik twee weken tot vertrek naar Japan en die heb ik goed benut door vooral samen met Jimmy de trainingen af te stemmen. Heerlijk, in overleg de training doen op het tijdstip dat je het beste uitkomt en ook zelf de vorm kiezen die op dat moment goed voelt. Na heel wat jaren weten wij wel wat er moet gebeuren en we zijn zelf gelukkig verantwoordelijk genoeg om de noodzakelijke arbeid te verrichten zonder dat iemand ons achter de broek hoeft te zitten. Buiten Jimmy ben ik trouwens ook Muzaffer, Erdinc en Achmed dankbaar voor regelmatige aanwezigheid. Er zijn blijkbaar toch maar weinig mensen te porren om flink aan de bak te gaan tijdens de zomerstop…

Die weken dat ik mijn eigen trainingsschema kon maken voelden aan als één grote vakantie. Toen ik een paar dagen voor vertrek nog een paar keer met Fred kon trainen was het duidelijk dat alles goed op zijn plek zat. Niet teveel gedaan, maar ook zeker niet te weinig. Zelfs nog wat kracht kunnen toevoegen en aan mijn stand en houding kunnen werken. Dit vooral dankzij de regelmatige individuele trainingen met Bart Meekhof. Maar nog veel belangrijker: ik was ontspannen, goed uitgerust en mentaal fris (ook daar heeft Bart aan bijgedragen). Vol zelfvertrouwen en goed in mijn vel op naar Japan dus!

 

 

 

 

 

 

 

Rechts Bart Meekhof in vroegere tijden

Daar aangekomen werden wij opgepikt op Narita Airport door Mitsure Miyata die –maar daar kwamen wij later pas achter – tevens de ringspeaker zou zijn. Even later zaten wij in ons hotel aan tafel met Hideo Matsunaga. Fred kent deze sensei van zijn eerdere reizen naar Japan, en het was mooi om te zien hoe blij zij waren elkaar weer te zien. Hij nam ons vervolgens mee naar de dojo van mijn tegenstander en het kantoor van All Japan Kickboxing. Daar even mijn gewicht gecheckt. Nou zegt men vaker dat je van vliegen zwaarder wordt (vocht vasthouden?), maar ik was erg kwaad op die weegschaal toen hij 72 kilo aangaf. Bij vertrek was ik thuis op mijn eigen weegschaal toch echt 71 kilo en ik had haast niks gegeten in het vliegtuig!!

We gingen eten in een typisch Japans restaurantje. Het voelde net alsof ik in een poppenhuis terecht was gekomen, daar zittend op de grond aan veel te kleine tafeltjes. Ik besloot nu nog maar wat rijst en zalm te eten aangezien ik de komende twee dagen waarschijnlijk amper kon eten gezien mijn gewicht. 

Die nacht de eerste effecten van de jetlag ondervonden. Na twee uur slaap klaarwakker en de volgende dag gebroken opgestaan. Met Fred als ‘tourist guide’ gingen we op avontuur in het gigantische metrostelsel van Tokyo. Wat een doolhof, en wat een enorme hordes depressief ogende mensen! Het lijkt wel of ze allemaal de last van de hele wereld op hun schouders voelen, waarschijnlijk door hun hoge prestatiedruk en lange werkdagen. Gelukkig zijn de Japanners vreselijk behulpzaam (maar slecht in Engels), anders waren we echt nooit ergens gekomen. Na een uur of twee wisten we niet waar we waren, welke kant we opgingen en waar we naar toe moesten…

Maar toen we eenmaal ergens weer boven de grond daglicht zagen realiseerde Fred zich dat we dicht bij de Sensoji tempel (Akusa Kannon) waren. Zo hadden we met meer geluk dan wijsheid toch nog een zinnige bestemming gevonden na een paar uur ronddolen. Bij de tempel werden we aangesproken door een paar Japanse studentes die voor een schoolopdracht buitenlandse toeristen interviewden in het Engels. Fred vertelde dat Jimmy en ik over twee dagen zouden vechten in de Korakuen hal, en de reactie van deze meiden was voor mij echt volkomen absurd. Met grote ogen en de hand voor de mond stonden ze te joelen alsof ze Robbie Williams zagen. Als echte sterren moesten we uitgebreid een paar keer op de foto en ik kreeg even een klein beetje een indruk van wat grote Nederlandse vechters als Hoost en Aerts hier meemaken als ze over straat proberen te gaan. Het nuchtere Nederland ligt me wel, maar op deze manier bewondering en respect mogen ontvangen is toch ook wel een keer heel leuk.

 

 

 

 

 

De reis terug naar het hotel ging gelukkig al wat geroutineerder en even later werden we daar weer opgehaald om wat te gaan trainen in de dojo van mijn tegenstander. Niet zozeer om stuk te gaan, maar wel om even lekker het lichaam wakker te schudden. Bij zo’n 40 graden flink staan zweten in dat hok zonder natuurlijk vocht aan te vullen omdat het gewicht naar beneden moest. Na de training weer de weegschaal op: 70,1 kg. Zo, dat begint erop te lijken. Nu dus gewoon niks meer eten tot de weging de volgende dag…

 

's Avonds gingen we naar de Korakuen hal kijken naar een Pancrase (soort freefight) evenement. Deze hal telt ruim 40 jaren vechtsporthistorie en ontelbaar veel grote namen hebben hier in deze jaren gestaan. Twee dagen later zouden wij hier zelf knokken dus het was lekker om de sfeer te proeven en de hal ‘eigen’ te maken. Gaaf om te zien dat de hal pal naast de Tokyo dome staat, het absolute Mekka voor iedere kickbokser. Het niveau was goed en publiek erg enthousiast; mooi om te zien hoe zowel winnaars als verliezers veel eer kregen. Ook waren de ‘Super terrific cuties’ (ring-girls met grappige dansjes) leuk om te zien en waren er opvallend veel vrouwen en meisjes in de zaal. Gelukkig was het evenement al tegen 22.00 uur afgelopen, want we waren echt compleet gebroken door slaapgebrek.

 

Maar hoe moe ik ook was, na een paar uurtjes slaap lag ik weer klaarwakker. K*@&%-jetlag; je weet dat je topprestatie moet leveren, maar je lijf is doodmoe en kan niet slapen. Die ochtend kon ik toch niet ontbijten gezien de weging later die middag dus ik besloot rond 05.00 uur maar weer het bed in te gaan. Toen gelukkig als een blok in slaap gevallen en doorgeslapen tot de weging die namiddag in ons hotel.

Er was een zaaltje ingericht voor de pers en de vechters, hetzelfde zoals ik dat gewend ben in Nederland. Ik had sinds de vorige ochtend niets meer gegeten en wist zeker dat ik onder de 69 kilo zou wegen. Dit is niet de eerste keer dat ik dit doe en ik weet hoe mijn lichaam voelt bij dat gewicht. Dat stomme prutsding gaf echter 69,6 kilo aan en ik ben er dan ook van overtuigd dat dit antieke geval niet klopte. Maar ik had geen zin meer om mij er boos over te maken. Het was onder de 70 en daar ging het om.

Na de weging werden Fred, Jimmy en ik uitvoerig geïnterviewd voor de televisie en de schrijvende pers. Erg leuk.

Toen lekker eten. Eerst een lekker bord spaghetti en een uurtje later met Jimmy naar een Japans restaurantje geweest. Vervolgens heb ik me laten masseren op mijn kamer. Vreselijk. Dat mens heeft me ruim veertig minuten geknepen en gekieteld. Ik lag helemaal verstijfd en verkrampt mijn hoofd in de kussens te drukken en zij deed alsof ze niet in de gaten had hoe vervelend ik het vond. Totaal niet ontspannen lag ik vervolgens weer de halve nacht wakker, ook natuurlijk omdat ik overdag zo veel had geslapen. Dus ik ben ’s nacht bij de pc op de receptie maar wat beelden gaan bekijken van mijn tegenstander. Echt verrot zoals je biologische klok in de war is van het tijdverschil.

Eindelijk de grote dag. Na een stevig ontbijt weer terug naar bed om te proberen wat slaap in te halen. Zo gebroken als ik me ’s ochtends voelde was ik bang dat ik ’s avonds zou staan te gapen in de ring! Na redelijk wat slaap heb ik lekker relaxed op mijn kamer mijn enkels getaped en toen op naar de Korakuen hal. Daar aangekomen zaten we in een kleine, krappe en vooral warme kleedkamer met een stel Thaise vechters. Grappig detail; in Nederland worden de Thais veelal gehaald om de hoofdpartij te vechten, maar hier hadden de Thaise vechters de partijen voor ons en waren de Nederlanders dus ingevlogen om de hoofdpartijen te vechten. De wereld op zijn kop.

Jimmy had de voorlaatste partij, en ik de laatste. We gingen ons gezamenlijk opwarmen in een warm en benauwd trappenhuis. Helaas waren we weer eens verkeerd ingelicht: we stonden al ruim een half uur warm te draaien en de stoom kwam al bijna uit onze oren toen we te horen kregen dat het nog wel een uur ging duren voordat het onze beurt was. Dus maar weer stilzitten om even later weer opnieuw te beginnen. Jimmy vocht dus de partij voor mij en ik stond bovenaan de tribunes achter een deur naar zijn wedstrijd te kijken. Tussen de rondes in hield ik mezelf een beetje soepel en verder probeerde ik niks van zijn pot te missen. Helaas kreeg hij na vijf rondes karakter tonen de partij verloren op punten. Snel van me afzetten en me concentreren op mijn eigen ding.

 

 

 

 

 

 

De zaal was goed wat betreft akoestiek. Daardoor was Fred heel goed te verstaan gedurende de partij en dat is echt vreselijk fijn. De eerste ronde verliep goed; ik gaf veel druk, had het midden van de ring en wist Yamauchi herhaaldelijk vast te zetten bij de touwen met combinaties en lowkicks.

Fred ook tevreden en op naar ronde twee. Yutaro was zich bewust van zijn achterstand en gaf duidelijk meer weerwoord, maar ik had het zaakje goed onder controle. Tijdens een slagenwisseling voelde ik ineens een harde, doffe dreun op mijn voorhoofd. In een fractie van een seconde begonnen mijn hersenen dit te verwerken: dat was geen stoot, want dat voelt anders. Ook geen knie, want ik had zijn benen duidelijk in beeld en die waren niet zo hoog gekomen. Hmmm, dan was dat dus een elleboog. Da’s niet zo mooi. Beter op de afstand letten!

 

 

 

 

 

De strijd ging onverminderd heftig verder en even later hetzelfde fenomeen. Tok! Nu registreerden mijn hersenen direct: elleboog. Dan het bekende gevoel van warm sijpelend vocht. K%t, een snee! Dit kan einde partij betekenen! De gehele ronde vechten we beiden hard en goed. In de hoek bij Fred snel de schade opnemen. Gelukkig zat de snee op een gunstige plek (in de haargrens) en vormde geen bedreiging. Vrolijk verder naar ronde drie dus en we schakelden allebei nog een tandje bij. Weer een goede ronde en ook ronde vier was het goed werk over en weer waarin ik naar mijn eigen mening overwegend het betere van de strijd had. Aan het eind van deze ronde weet ik Yamauchi aan te slaan en ik geef gas om de zaak vroegtijdig te beslissen. Maar wat een karakter heeft die Yamauchi! Hij slikt het weg, hersteld zich wonderbaarlijk en komt gelijk weer terug. In ronde vijf ringen alle remmen los en we knokten ons beiden volkomen leeg.  

 

Voldaan viel ik Fred in de armen. “Ik ben trots op je”, was het eerste dat ik hoorde. Ik heb hem eerst een paar keer gevraagd dat te herhalen voor ik aan een slok water kon denken. We gingen staan voor de uitslag en Yutaro had een onzekere en ontevreden blik in zijn ogen. Een goed teken. De juryleden bleken verdeeld in het oordeel: één winst voor mij, één winst voor Yutaro en één onbeslist. Onbeslist dus. Tsja, winnen is natuurlijk het enige waarvoor je knokt, maar ik was voldaan en tevreden. Tegen de Japanse kampioen voor Japans publiek en een Japanse jury een puntenoverwinning krijgen is niet gemakkelijk. De eigen held mag natuurlijk geen gezichtsverlies lijden, dus deze uitslag zegt mij genoeg. Bovendien was Fred trots en hij was van mening dat ik gewonnen had. Het was voor mij heerlijk om na een paar maanden tegen mezelf vechten weer goed in mijn vel te zitten, en naar behoren te presteren. Ook streelde het mijn ego dat een boel Japanners nadien naar me toe kwamen om mij te vertellen dat ze mij als winnaar zagen.

Na de partij even wat hechtingen halen (goed geregeld daar), en toen een uitvoerig interview voor de televisie en de bladen. Ik voelde me ‘on top of the world’ en genoot met volle teugen van de aandacht. Het is lekker om na zoveel trainen en afzien waardering te krijgen voor je prestaties.

 

 

Even douchen en toen met Matsunaga mee in de auto en op naar een afterparty in het ‘Fighters cafe’. Geweldig! Een stuk of vijf tv’s en een groot scherm waarop thaiboksen wordt uitgezonden. De muren daar waren behangen met foto’s van allerlei vechtsportgrootheden van over de hele wereld die daar geweest zijn. Een legendarische plek! Leuk om daar Nederlanders als Jan Plas, Bas Rutten en Andy Souwer tussen te zien hangen. Er is ook een foto van ons drieën gemaakt en er is ons gezegd dat deze opgehangen zal worden. Een hele eer. Het hele café ademde vechtsporthistorie uit alle poriën, met als absoluut middelpunt een enorme afbeelding van de grote Mas Oyama. Ik genoot met volle teugen van een overvloed aan eten en drinken en babbelde ondertussen wat met bijvoorbeeld de Amerikaans-Thaise-Japanner Don ‘Nakaya’ Nielsen.

De volgende dag weer gebroken uit bed. Matsunaga haalde ons op om wat sightseeing te gaan doen. Hij nam ons mee naar de Tokyo tower. De Japanners zijn echt heel goed in het kopiëren. Deze Tokyo tower is eigenlijk niets anders dan een replica van de Eiffeltoren, maar met zijn 333 meter wel net 13 meter hoger natuurlijk.

Ook nog in het grote Shinjuku winkelgebied geweest. Groot, veel en overdone. Vooral achterlijk veel mensen in de bediening, en dat verklaart waarschijnlijk de belachelijk hoge prijzen van bijvoorbeeld kleding. Het is heel vreemd om het contrast daar steeds te voelen van enerzijds verregaande ‘veramerikanisering’ en anderzijds traditionele waarden omtrent respect en het volgen van regels. Grotendeels leek het winkelgebied op elke willekeurige westerse stad en het kon ons daardoor niet echt bekoren. Terug naar het hotel dus want die avond zouden we alweer vroeg op stap gaan.

 

Fred en Fujiwara

Miyata haalde ons op, en ditmaal gingen we naar de dojo van Toshi Fujiwara. Deze Fujiwara is een legendarische grootheid in het kickboksen, en een leerling van de beroemde Kenji Kurosaki.(Kurosaki is de sensei waar bijvoorbeeld Jan Plas destijds zijn inspiratie en kennis heeft opgedaan.)

Fred had veel verhalen verteld van Fujiwara, dus ik was heel benieuwd wat we te zien zouden krijgen. In de lift naar boven (de dojo zat op de 5e etage van een groot gebouw) hoorden we de bekende geluiden van brullende mensen die aan het schoppen en slaan waren. Dat is voor ons vakidioten toch altijd weer een gevoel van thuiskomen en dergelijke plaatsen hebben voor ons veel meer betekenis dan bijvoorbeeld zo’n Tokyo tower. In de dojo zat Fujiwara vanaf een bureaustoel (zijn voet zat in het gips) zijn opdrachten te geven. Nou heb ik zelf vreselijk veel respect voor Fred en hecht ik ook waarde aan hiërarchie in een dojo, maar van wat ik daar zag viel mijn mond echt open van verbazing. Die Fujiwara heeft werkelijk de status van een halfgod en hij regeert met meedogenloos harde hand! Bij de kleinste vorm van aanwijzing of opdracht springen zijn leerlingen in de houding om vervolgens rennend (!) hun taken uit te voeren. Van een glas water halen tot idiote krachtoefeningen, alles gaat met militaire discipline en maximale overgave.

Er stond een jongen met een enorme knuppel al een minuut of vijf op een vrachtwagenband te rammen alsof zijn leven ervan af hing. Fujiwara benaderde hem van achteren in zijn bureaustoel. Blijkbaar vond hij dat de jongen niet hard genoeg zijn best deed, want zonder genade sloeg hij onverwachts met een harde houten stok uit over de blote rug van de jongen. De jongen schrok, gaf een instinctieve krijs van pijn en ging vervolgens zo snel mogelijk nog idioter tekeer op die band. Pure angst voor nog meer slaag.

Opeens was het blijkbaar tijd om te gaan. Twee leerlingen die de dag ervoor hadden gevochten stonden de hele training al in de houding klaar om opdrachten te ontvangen (…). Met een enkele snauw van Fujiwara schoten ze hem te hulp met spullen, krukken, schoenen etc. om te gaan. We liepen door de stad en gingen blijkbaar op weg naar een restaurantje om gezellig wat te eten. De twee leerlingen van Fujiwara in een sukkeldrafje met zijn tas onder de arm achter ons aan.

In dat restaurantje lekker en vooral veel Korean-style gegeten. De twee leerlingen van Fujiwara mochten ook aan tafel komen zitten en je kon zien dat dit een grote eer voor hen was. Zodra hij tegen hen sprak schoten ze in de houding en keken ze hem gebiologeerd en met open mond aan. Haast eng.

Op gegeven moment komt er een gezellige grote Japanner binnen met nog twee andere mensen. Blijkt dit Satoru Sayama (oftewel Tiger Mask) te zijn.

Deze man is zeg maar de Hulk Hogan van Japan. Immens populair en de grondlegger van het shooto zoals dat nu gevochten wordt. Naast dit alles is hij ook nog eens een vreselijke lolbroek. We hebben ons echt suf gelachen om zijn gedol en gegrap met Fujiwara.

Toen we onze buikjes flink rond hadden gegeten gingen we met ons hele gezelschap naar de Karaoke bar van de vrouw van Fujiwara. Ontzettend gelachen daar. Tiger Mask deed een prima imitatie van Pavaroti (met een stuk wc-papier om zijn nek), Fujiwara deed wat ‘Japanse schlagers’ al zittend op zijn stoel en Fred ‘Sinatra’ zong ‘I dit it my way’ beter dan ik had gedacht. Uiteraard moesten ook Jimmy en ikzelf eraan geloven en we hebben onszelf dus ook maar even voor aap gezet. Al met al een onvergetelijke avond. Ik besefte me heel goed dat ik een enorm geluk had dat ik met een paar levende legendes op stap mocht die voor velen onbereikbaar zijn. In Japan moet je namelijk geïntroduceerd worden om deze legendes überhaupt te kunnen ontmoeten. En ik heb met deze ze mogen lachen, feestvieren en zingen!

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De volgende ochtend uiteraard de nodige opstartproblemen en weer terug naar het vliegveld. Einde van een prachtig avontuur met veel mooie ervaringen.

De Japanners waren zeer te spreken over de strijd die ik heb geleverd. Ik hoop dan ook dat er een vervolg zal komen aan dit avontuur. Maar al zou dit niet gebeuren, ik heb een onvergetelijke ervaring mogen meemaken waar veel kickboksers enkel maar van kunnen dromen. Ik voel me dus een rijk man, temeer omdat ik fysiek en mentaal lekker in mijn vel zit en een schat van een vrouw heb waar ik veel van hou en die mij volkomen steunt in mijn gedrevenheid.