Partij 35: A-klasse                       C. van Venrooij (Fujiyama)Utrecht, 26 maart 2006                                     Winst tKO r3 

In november 2005 verdraaide ik mijn knie tijdens de warming-up voor mijn partij tegen Copra. Deze blessure bezorgde mij later meer last dan ik aanvankelijk dacht en zodoende moest ik de geplande partij tegen Tarek Slimani op 17 december 2005 helaas afzeggen. Na wat gezeur met mijn huisarts ben ik deskundig onderzocht door een goede sportarts (dr. Oei) en hierna volgde behandeling op Sportmedisch Centrum Papendal door Mike Kattenbelt, een topfysiotherapeut die mij geweldig geholpen heeft. Desondanks bleef na een aantal behandelingen twijfel over schade in mijn knie bestaan en daarom werd ik door hem doorgestuurd naar dokter van Thiel, een geweldige chirurg die gespecialiseerd is in sporters en knieblessures. Deze man kon zich uitstekend verplaatsen in de belevingswereld van een topsporter  en daardoor ging ik in sneltreinvaart van onderzoekstafel naar MRI-scan tot operatietafel.

Tijdens deze kijkoperatie (9 januari 2006) werd door hem vastgesteld dat er geen verdere schade in mijn knie zat. Met de juiste fysiotherapie moest alles weer volledig kunnen herstellen en sterk genoeg worden voor maximale belasting. Inmiddels had ik mij al dik een maand druk lopen maken of deze blessure mijn deelname aan het K1-MAX toernooi zou belemmeren. Ik weet dan ook nog goed dat dokter van Thiel mij zijn bevindingen vertelde gedurende de operatie en het was alsof er een stoplicht in mijn hoofd op groen sprong. In grote neon letters knalde door mijn geest: “IK GA MEEDOEN AAN DE K1 MAX!!”  Dokter van Thiel sprak zijn woorden uit en per direct wist ik zeker dat ik hoe dan ook  op tijd herstelt zou zijn voor deelname. Ik had vooraf al uitgerekend dat er exact elf weken tijd zat tussen de operatie en dit evenement en ik had besloten dat dit voldoende tijd moest zijn om volledig op krachten te zijn. Vanaf die dag heeft alles dan ook in het teken gestaan van herstel en voorbereiding voor dit prestigieuze evenement.

- Foto's met dank aan Triker en Ben Pontier Fotografie! -

 

Binnen een week na de operatie stond ik alweer te trainen en konden Fred en ik aan de slag. Voor het eerst een toernooi vechten. Voor het eerst wedstrijden van, in principe, slechts drie rondes. Voor het eerst tot drie keer toe op een avond opladen en ontbranden. Voor het eerst voorbereiden op een heel andere mentale en fysieke belasting die zou gaan komen. Hoe zou ik me houden als de pijn en de zwellingen komen in de kleedkamer? Zou ik in staat zijn mijn focus vast te houden? En kan ik tot drie keer toe op een avond mijn agressie oproepen? Op welke tegenstanders moet ik me instellen? Moet ik me wel op een aantal specifieke tegenstanders instellen? Er kwamen allemaal vragen in me op, terwijl ik normaal exact weet wat me te wachten staat.  Het was me dan ook wel duidelijk dat dit iets heel anders is dan één wedstrijd vechten en dat dit dan ook een heel andere aanpak zou vragen. Naast de fysieke topconditie die een vereiste is zou ik vooral moeten zorgen mentaal klaar te zijn om drie keer opnieuw vol gas te gaan geven op één avond. Ik nam me dan ook voor om de komende elf weken heel veel aandacht te besteden aan het opbouwen van de mentale lading en de energiebal diep in mij die de kracht moet leveren om door zo’n avond heen te komen.

 

Er was heel wat werk te verzetten, daarover waren Fred en ik het roerend eens. Beginnen bij het begin dus en de belangrijkste zaken eerst. Daarom gingen we allereerst aan de slag met mijn ‘slow-starter’ eigenschap. Hiermee bedoel ik dat ik doorgaans in de eerste ronde een puntenachterstand oploop doordat ik eerst de zaken rustig observeer en de mogelijkheden wil gaan verkennen omtrent een geschikte aanpak voor mijn tegenstander. Deze achterstand weet ik  meestal gaandeweg wel te compenseren met de kennis die de ‘observatieronde’ mij heeft opgeleverd. In het toernooi is daar echter geen tijd voor. Bij een partij van slechts drie ronden kun je geen risico’s nemen door een achterstand te accepteren. In slechts drie ronden tijd moet de beslissing helder zijn en daarom moest ik vanaf de eerste gongslag de agressor zijn die het gevecht naar zijn tegenstander toe brengt. Deze omschakeling was noodzakelijk en zeker niet makkelijk voor mij. Door jarenlang te doen wat je het beste ligt ontwikkel je een stijl van vechten die je het meest eigen is, en die wordt als het ware je tweede natuur. Voor mij komt dit nu eenmaal neer op een vrij behoudende stijl waarin ik veelal ‘op zeker’ vecht en altijd eerst probeer zo min mogelijk risico te nemen. Zo’n stijl wordt een onderdeel van je hele wezen en zodoende kost het ontzettend veel moeite om dit om te bouwen in je systeem. Iets afleren kost nou eenmaal twee keer zo veel energie dan iets nieuws aanleren.

Verder wilden we iets kunnen toevoegen aan ‘de grijze massa’. Op het topniveau van de K1-MAX kunnen alle vechters goed thaiboksen en ze kunnen allemaal erg goed uit de voeten met het basis trap- en stootwerk. Het gevaar hiervan is dat het allemaal op elkaar gaat lijken. Het leek ons daarom verstandig om onderscheid te willen maken in creativiteit door een paar technieken toe te voegen die je weinig ziet zoals de Ax-kick en diverse gedraaide trappen. Vanaf januari zijn we dan ook bezig geweest om deze trappen in te bouwen in mijn systeem zodat ik erop kon gaan sturen en ze kon gaan leren te timen. Het lastige was dat juist deze trappen mijn knieblessure veroorzaakt hadden. Het kostte me dan ook wel even voordat ik mentaal de angst van een nieuwe overstrekking kwijt was en weer volledig mijn been los durfde te gooien.

En dan natuurlijk het feit dat je uit moet gaan van drie partijen op één avond. Drie korte en heftige energie-explosies waarin alles op alles gezet moet worden om de winst zeker te stellen. Elke kans is je laatste kans om door te gaan; voor verliezers is het feest gelijk afgelopen. Dus hier gingen we ook gericht mee aan de slag: setjes van drie heftige rondjes op de pads met daartussen een relatief lange rust zodat je wat ging verstijven en mentaal uit je ‘rush’ wordt gehaald.

Al met al kan ik zeggen dat ik heb genoten van de voorbereiding. Vooral omdat deze periode in alle opzichten vernieuwend en uitdagend was. Dat het daarnaast ook loeizwaar en uitputtend is neem ik dan graag voor lief. Aan het eind van de voorbereiding (een dag of vier voor het toernooi) voelde ik me tevreden en voldaan. Ik had alles gedaan wat er in mijn macht lag om goed voorbereid aan de start te verschijnen. Nu maar hopen op een goede vorm van de dag en wensen dat ik op het juiste moment alles wat ik geleerd had naar buiten kon laten komen. De laatste dagen staan in het teken van rust en mentale focus, en zijn daarom de lekkerste dagen in de voorbereidende fase

Op de dag van de wedstrijd voelde ik me sterk en zeker. De zaal voelde goed aan en ik kreeg er echt zin in. Ik had de buik vol van de lange aanloop en de vele trainingen, ik had genoeg van alle media-aandacht en ik was moe van de voorspellingen van de ‘kenners’ en de geladen sfeer die werd veroorzaakt door zoveel grote namen in het toernooi. Ik wou gewoon knokken en er achter komen of ik in staat was om alles wat ik had geleerd in de praktijk te brengen. Maar toch moesten we eerst nog weer verzamelen voor een laatste instructie-meeting, en even later moesten we allemaal toch nog even naar de ring om ons voor te stellen aan het publiek…. Het duurde in mijn beleving allemaal eeuwen. Ik kon niet wachten en voelde me als een hond die al een week aan de ketting ligt. Ik wilde los en ik wilde knokken!

Mijn eerste tegenstander was Chris van Venrooij. Met dik 80 partijen een zeer ervaren vechter met een respectabele staat ven dienst. Van Venrooij draait al een tijd mee in het Superleague circuit en heeft onder andere tegen toppers als Ouali, Jomhod en Sitprapom zeer goede resultaten behaalt. Juist daarom had ik hem zelf uitgekozen als mijn tegenstander tijdens de persconferentie een week voor het toernooi; ik zag er uitdaging in de organisatie van de Superleague wederom te laten zien dat ik kan winnen van haar kampioenen. Verder zat er niets persoonlijks achter. Ik vind Chris een aardige gozer en een klasse vechter. Het type dat ik het gun een goede partij mee te gaan maken.

Eindelijk was het zover: de ring in en gaan! Ik had samen met Fred onze aanpak besproken op basis van wat beelden die we hadden bekeken. Nu maar kijken of ik het plan kon uitvoeren zoals bedacht. De eerste ronde begon en ik probeerde al snel de confrontatie te zoeken. Aandringen en openen voordat van Venrooij zijn befaamde versnellingen in kon starten. Het werkte prima en met de eerste ronde in mijn zak kon ik tevreden terug naar Fred. De opdracht bleef dan ook praktisch gelijk en ook de tweede ronde ging het mij goed af om van Venrooij steeds een stap voor te zijn. De derde ronde idem dito tot het moment dat Chris ineens schreeuwend van pijn naar de grond ging. Hij gaf aan dat hij zijn hamstring ‘opgeblazen’ had en was niet meer in staat verder te vechten. Zo eindigde de partij en ik besefte mij dat ik door ging naar de tweede ronde. Hoewel ik best reden had om blij te zijn voelde ik daar in de ring amper emoties. Ik wilde snel terug naar de kleedkamer om mijzelf te hergroeperen en orde op zaken te stellen.

Eenmaal aangekomen in de kleedkamer ging ik onder een deken liggen op de behandeltafel. Even later kwam het besef en ik werd overmand door emotie. De ontlading van de lange en zware voorbereiding kwam er eensklaps uit en ik verstopte mijn hoofd onder een handdoek. Fred vroeg me verbaasd wat er aan de hand was.Ik trok de handdoek even van mijn hoofd en kon met moeite snikkend uitbrengen: “Fred, we hebben gewonnen!”

Niet veel later kwam Rebecca in de kleedkamer en we hebben samen heel intens en in tranen elkaar lang vastgehouden. Zij weet als geen ander hoe zwaar het voor mij is, en zij beleefd de emoties en de ontlading dan ook praktisch net zo erg als ik. De wereld stond even stil en wij beleefden samen een van de puurste momenten die ik me kan herinneren.

 

De kleedkamer zat letterlijk onder de tribune en het geluid van de schreeuwende menigte deed mij ontwaken uit het moment. Blijkbaar maakten Chahbari en Dijkstra er een mooie pot van! Het werd tijd om mijn gedachten te ordenen, want in de halve finale stond niemand minder dan Ryan Simson op mij te wachten. Ryan ‘Tru Bala’ Simson!

Ik kon het haast niet geloven. Op de eerste gala’s die ik ooit bezocht stond hij al tegen de wereldtop te vechten. Een icoon, een vechter met een geweldige status. En nu zou ik het tegen hem mogen opnemen in de ring! Onwerkelijk gewoon…